Richtlijnen voor de arbitrage NIC 2018-2019 Geert Bailleul, voorzitter CIS Pagina 1
Richtlijnen voor de arbitrage van de Nationale Interclubcompetitie (NIC) 2018-2019
1. Na elke ronde wordt van u gevraagd dat er een verslag opgemaakt wordt van de
ontmoeting waarvoor u verantwoordelijk was. Graag verzenden binnen 24 uur!
Alle verslagen worden gezonden naar Geert Bailleul, voorzitter van de Commissie van
Internationale Scheidsrechters (geertbailleul@skynet.be) en Sergio Zamparo,
Verantwoordelijke Nationale Toernooien a.i. (sergio.zamparo@gmail.com).
Er wordt tevens gevraagd om het resultaat van de ontmoeting nog diezelfde avond
vóór 20u30 via sms door te geven aan Sergio Zamparo (0496/21.46.73). Doe dit
VOOR het vertrek naar huis (of als je je moet haasten om de volgende trein te nemen,
zo snel mogelijk van zodra je in de trein zit). Sergio dient rond 20u30 de uitslagen aan
de pers door te sturen.
2. De vergoeding is voorzien op 30 euro. Verder worden de vervoerkosten (auto,
treinticket) eveneens terugbetaald.
3. Het speeltempo: 90 min. / 40 zetten + 30 min. / einde + 30 sec./zet vanaf zet 1.
De zettenteller mag NIET gebruikt worden. Dit betekent dat de basistijd van de
tweede periode pas worden bijgegeven van zodra een vlag valt. Als dit op de 40
ste
zet
of vroeger is, dan is de partij verloren door de speler wiens vlag is gevallen.
Als dit na de 40
ste
zet gebeurt, gaat de partij gewoon verder. Het is trouwens ook aan
te raden om hoe de klok reageert met betrekking tot de tweede periode duidelijk aan
het begin van de partijen aan de spelers over te brengen.
4. Uiteraard moet er gespeeld worden met goedgekeurde digitale klokken. De
goedgekeurde klokken zijn: DGT XL, DGT 2010 (alle varianten), MEREX 555,
MEREX 600, DGT NA, DGT 3000, KAISSA (blindenklok).
Anderzijds, de partijen moeten hoe dan ook gespeeld worden. Mochten er
onvoldoende goedgekeurde digitale klokken zijn, dan kan er eventueel gespeeld
worden met goedgekeurde blindenklokken, ook voor niet blinde spelers.
Mocht het écht nodig zijn en het kan écht niet anders, dan kan er eventueel gespeeld
worden met niet goedgekeurde digitale klokken (vb. DGT 2000). Let wel op dat de
zettenteller dan op 40 gezet wordt.
Tot slot, wanneer alle andere mogelijkheden uitgeput zijn, kan er eventueel met
analoge klokken gespeeld worden. Het tempo wordt dan 2u voor 40 zetten en 30
minuten QPF.
Dit is trouwens ook het tempo als een slechtziende speler vraagt om met een analoge
klok te spelen.
Anderzijds: wie is slechtziend? Als het onduidelijk zou zijn, hanteer dan de volgende
stelregel: staat er op de spelerslijst een aanduiding dat die speler een slechtziende is,
dan oké. We moeten vermijden dat spelers met analoge klokken willen spelen enkel
alleen omdat ze lenzen of een bril dragen.
Richtlijnen voor de arbitrage NIC 2018-2019 Geert Bailleul, voorzitter CIS Pagina 2
Wat is wijsheid? Dienen alle partijen uit dezelfde ontmoeting met eenzelfde type klok
of met eenzelfde tempo gespeeld worden? Idealiter JA op beide vragen.
Echter zeker zoveel mogelijk ja in geval van het tempo. Enkel als het niet anders kan,
kan er afgeweken worden.
Meld ook in het verslag over hoeveel extra reserveklokken een club beschikt.
Het is ten zeerste aangewezen dat de arbiter extra batterijen bij zich heeft, eventueel
met een schroevendraaier.
Alle problemen met de klokken moeten gemeld worden in het verslag. De arbiter geeft
nooit sancties aan de clubs als zij onvoldoende digitale klokken zouden hebben. Hij
meldt dit in zijn verslag en het is vervolgens de nationale toernooileider die hierin zijn
verantwoordelijkheid moet opnemen.
5. Let er ook op dat in dit speeltempo elke speler moet blijven noteren, dus ook in de fase
wanneer hij zeer weinig tijd heeft. (Men krijgt wel 30 secondes te tijd, maar een heel
jonge speler of een (heel) oudere speler kan gemakkelijk 20 secondes of meer
verliezen aan de notatie.).
Het is toegestaan om beide klokken te stoppen om dit punt duidelijk aan de speler over
te brengen.
Het is zelfs aangeraden om dit bij aanvang van de partijen (dus om 14u) duidelijk te
maken aan de spelers.
Opgepast: hierin schuilt ook een grotere verantwoordelijkheid voor de arbiter. Het kan
dus niet zijn dat een speler tien zetten achter is in zijn notatie die hij die plots moet
inhalen als hij maar 30 secondes heeft. Het is de arbiter die hier attent op moet zijn.
6. De borduitslagen zijn 1-0, ½-½ of 0-1. Forfait winst is ook 1 punt waard en forfait
verlies 0. Hierdoor heeft een ploeg die een forfait gegeven heeft, bij een gelijkspel
evenveel punten als de tegenstander die forfait gekregen heeft (en dus ieder één
matchpunt).
Het van belang om op voorhand te weten of de forfait (tijdig) was aangekondigd op
een bepaald bord. M.a.w. als jullie de melding van de forfaits doen in het verslag,
gelieve er ook bij te vermelden of die forfait aangekondigd was of niet.
Bij een aangekondigd forfait is het zo dat de speler die de forfait krijgt, niet aanwezig
hoeft te zijn.
Ook wil ik even herhalen dat in geval van een forfait de club die de forfait geeft, ook
altijd een naam dient op te geven. In geval een ploeg van 4 spelers maar met 3 man
afkomt en meldt dat ze op het eerste bord forfait geeft zonder hiervoor een naam te
geven, dan is deze ploegopstelling niet compleet en mag deze ploeg ook niet beginnen
aan de partijen vooraleer de volledige ploegopstelling gegeven is (art. 31f).
7. Graag vooraf thuis de controle uitvoeren of de betreffende kring inderdaad in het
opgegeven lokaal speelt!
8. De arbiters zijn eveneens verantwoordelijk voor de partijen van de lagere afdelingen
die in hetzelfde lokaal gespeeld worden.
Richtlijnen voor de arbitrage NIC 2018-2019 Geert Bailleul, voorzitter CIS Pagina 3
9. De thuisclub moet de toegankelijkheid tot de lokalen voorzien vanaf 13u.
De belangrijkste taak van de arbiter voor aanvang van de partijen is het aanzetten van
de klokken of het controleren van de aangezette klokken. Bij DGT XL controleren of
dat de tweede periode is ingesteld op 29min en 30sec. Bij DGT 2010 controleren of
dat deze een blauwe band heeft of niet en indien niet, controleren of dat dan optie 21
gebruikt is en zeker niet 19.
In elk geval zeker controleren dat er GEEN zettenteller actief is (dus er met 00 staan
bij de instelling van de zettenteller).
10. Wil met de interclubverantwoordelijke van de desbetreffende club afspraken te maken
over het doorgeven van de partijen aan Valery Maes (valerymaes@telenet.be).
Mochten de thuisclubs van eersteklasseploegen geen notatieformulieren in voorraad
hebben, laat weten dat ze er kunnen krijgen bij de penningmeester Ludo Martens.
11. De default-time, vanaf wanneer een forfait mag uitgesproken worden, is één uur vanaf
het aangekondigde aanvangsuur, m.a.w. 15u.
12. Graag elk feit (verlies van de partij wegens tijdsoverschrijding, reconstructie om na te
gaan of de 40-zetten gehaald zijn, claim rond Guidelines III.5, een andere claim,
protesten…) in het verslag vermelden.
13. Eveneens graag vermelden: begintijd van de partijen, eindtijd van de laatste partij in
eerste afdeling, eindtijd van de allerlaatste partij, ontvangst door de club: heeft u de
drank/eten gratis gekregen of heeft u hier zelf voor moeten betalen? Heeft u
opmerkingen moeten maken omtrent stilte (vb. met de bar)? Is het lokaal niet te
klein? Piept de deur nog altijd? Is er voldoende licht? Enz….
14. Graag ook controleren of dat de club de allerlaatste versie van de FIDE-Regels voor
het Schaakspel in de vier talen (EN-NL-FR-DE) alsook de allerlaatste versie van de
KBSB-Toernooireglementen in de twee talen (NL-FR) ter inzage heeft (art. 38.h).
Indien niet, gelieve hiernaar te bevragen. In elk geval altijd vermelden in het verslag.
15. Conform artikel 11.3.2.1 van de FIDE-regels voor het Schaakspel mag een speler
tijdens zijn partij geen mobiele telefoon of ander elektronisch communicatiemiddel op
zich dragen.
Als vastgesteld wordt dat hij tijdens zijn partij toch zo’n toestel op zich draagt, dan
verliest hij de partij en zijn tegenstander wint.
Een speler mag echter voor zijn partij een mobiele telefoon of ander elektronisch
communicatiemiddel uitgeschakeld op eigen risico in de speelzaal meebrengen, maar
hij mag deze niet op zich dragen tijdens zijn partij.
Mogelijke voorbeelden zijn naast het bord, in zijn jas (die aan de kapstok of aan zijn
stoel hangt) of in een (hand)tas.
Uiteraard mogen deze toestellen (al dan niet via de jas of (hand)tas) tijdens de partij
niet meegenomen worden buiten de speelzaal (vb. rookruimte, toiletten…).
Richtlijnen voor de arbitrage NIC 2018-2019 Geert Bailleul, voorzitter CIS Pagina 4
Indien wordt vastgesteld dat een speler tijdens zijn partij toch zo’n toestel op zich
draagt, dan verliest hij de partij en zijn tegenstander wint.
Vaststellen kan bijv. als er een lawaaitje of een lichtje komt uit zo’n toestel.
Anderzijds fouilleren mag volgens de Belgische Wetgeving NIET.
Je mag wel vragen aan een speler om zijn zakken leeg te maken. Als deze echter NIET
meewerkt, dan mag je hem hiervoor zelfs niet straffen. Dit dient wel in het verslag
genoteerd te worden (dus vermoeden van toestel op zak, aan speler gevraagd om zijn
zakken te ledigen, maar weigering).
Indien vastgesteld wordt dat zo’n toestel niet uitgeschakeld in de speelzaal is (vb. op
de tafel, in de jas op de stoel of in een rugzak of in een tas), dan krijgt de spelende
eigenaar de eerste keer 10 minuten in mindering. Indien er hierdoor een
tijdsoverschrijding voorkomt, dan verliest hij de partij en het resultaat van zijn
tegenstander wordt door de arbiter bepaald.
Een tweede keer verliest hij de partij en de arbiter bepaalt het resultaat van de
tegenstander.
Indien in alle voorgaande gevallen een default-time is voorzien (en die is er: tot één
uur vanaf het aangekondigde aanvangsuur) en een speler betreedt de speelzaal na het
begin van de partij, dan mag hij zich nog in regel stellen met betrekking tot de mobiele
telefoon of andere elektronische communicatiemiddel voordat hij zijn eerste zet doet.
Dit wil zeggen dat als iemand na de start van de ronde binnenkomt en in de speelzaal
zijn GSM uitzet en naast zich neerzet op de tafel (of in de jas op de stoel of in een tas)
en vervolgens pas zijn eerste zet doet, hij GEEN sanctie krijgt.
Sedert dit interclubseizoen beschikt de KBSB over meerdere anti-cheating-detectoren.
De arbiter mag dit toestel gebruiken wanneer hij dit nodig acht.
Er mag echter niet lichamelijk gefouilleerd worden. Wel kan aan de speler(s) gevraagd
worden om zakken en (hand)tassen leeg te maken.
De speler heeft geen andere keuze dan mee te werken met de arbiter.
Het niet meewerken aan de verzoeken van de arbiter hieromtrent kan tot verlies van de
partij leiden.
Uiteraard wordt dit alles met de grootst mogelijk discretie behandeld!
16. Elke klacht van een speler over mogelijke fraude van zijn tegenstander moet in het
verslag van de scheidsrechter vermeld worden.
17. De scheidsrechter moet de communicatie die er kan zijn tussen spelers en
medespelers/toeschouwers ernstig in het oog houden en opvolgen
Desgevallend kan de scheidsrechter eveneens sanctioneren volgens artikel 12,9 van de
Fidé-regels van het schaakspel.
Richtlijnen voor de arbitrage NIC 2018-2019 Geert Bailleul, voorzitter CIS Pagina 5
18. Belangrijke interpretaties van de FIDE naar aanleiding van de nieuwe FIDE -Regels
voor het Schaakspel (versie 01/01/2018):
Onreglementaire zetten zijn van toepassing volgens de artikels 7.5.1, 7.5.2.
7.5.3 en 7.5.4.
Een speler verliest de partij wanneer hij twee van de onreglementaire zetten in
bovenvermelde artikels voltooid heeft
Twee onreglementaire zetten uitgevoerd in slechts in één zet (bv. een
onreglementaire promotie uitgevoerd met twee handen) geldt als één
onreglementaire zet.
Het slaan van de koning wordt aanzien als een onreglementaire zet.
Als een partij, begonnen met verwisselde kleuren, vóór de 10
de
zet eindigt op
een reglementaire manier (bv mat, pat, …) blijft het resultaat geldig.
Wanneer een speler een zet uitvoert met de ene hand en zijn klok indrukt met
de andere hand wordt dit niet aanzien als een onreglementaire zet.
Wanneer bij het gebruik van elektronische de aanduiding 0.00 op beide
displays verschijnt, heeft de scheidsrechters altijd de mogelijkheid om na te
kijken welke vlag er eerst gevallen is. Er is dus altijd een winnaar.
Geert Bailleul
Voorzitter van de Commissie van Internationale Scheidsrechters.
E-mailadressen arbiters:
Bart De Vogelaere: bckdev@gmail.com
Herman Van de Wynkele: herman.senior@belgacom.net
Willem Penninck: willem.penninck@telenet.be
Jos Pots: jhpots@onsbrabantnet.nl
Geert Bailleul geertbailleul@skynet.be
Bart Meijfroidt bartmeijfroidt@gmail.com
Gunter Deleyn gunter.deleyn@telenet.be
Ton Van Roon tonschaakt@ziggo.nl
Dimitri Logie demeter@goendi.be
Sergio Zamparo sergio.zamparo@gmail.com
André Osinga andreosinga17@gmail.com